Art. 1.1 Er mag alleen op een goedgekeurde baan gespeeld worden. Dit geldt voor de competitie en de bekerronden. Het bestuur kan bij niet naleven, de dartbaan stilleggen, met het gevolg dat wanneer de dartbaan niet in orde is bij de volgende wedstrijd, deze wordt verloren met 6 – 0 en 3 punten in mindering.
Art. 1.2 Tijdens een wedstrijd onder auspiciën van de D.C.A. moet men gebruik maken van een okkey (zie Art. 2.11).
Art. 1.3 De okkey dient tijdens de wedstrijden niet te kunnen verschuiven t.o.v. het bord (zie Art. 2.11).
Art. 1.4 Tijdens het werpen mag niet over de okkey worden gestapt. Ook niet erop! Een speler mag ook van achter een denkbeeldige doorgetrokken lijn, vanaf de uiteinden van de okkey werpen.
Art. 1.5 Een speler die Art. 1.4 overtreedt, moet door de schrijver gewaarschuwd worden. Bij meerdere malen van overtreden kan de schrijver de beurt ongeldig verklaren en nul (0) punten noteren op het bord.
Art. 1.6 De darts moeten met de hand en door de speler zelf geworpen worden.
Art. 1.7 Een beurt bestaat uit het werpen van drie (3) darts afzonderlijk, of minder indien daar een leg mee beëindigd wordt.
Art. 1.8 Een geworpen dart die uit het bord valt, terugspringt van de bedrading en/of niet met de punt tegen het bord zit, telt niet mee voor de score en mag niet worden over geworpen.
Art. 1.9 Een dart mag maximaal 30.5 cm lang zijn en niet zwaarder zijn dan 50 gram.
Art. 1.10 Een team bestaat uit een bepaald aantal leden. Hiervan moet men er per wedstrijd vier (4) opstellen. Daarnaast mag men twee (2) reserve spelers opstellen, waarbij de speler die vervangen is niet meer aan de wedstrijd mag deelnemen, zodra zijn invaller zijn eerste (1) dart geworpen heeft. De reservespeler dient voor aanvang van de competitie wedstrijd (20.00 uur) vermeld te worden op het wedstrijdformulier. Na 20.00 uur mag men geen reservespeler meer vermelden op het wedstrijdformulier.
Art. 1.11 Voor de wedstrijd moeten minimaal drie (3) spelers aanwezig zijn. Voor de vierde (4) niet aanwezige speler geldt, dat deze zijn darts buiten het bord geworpen heeft. Dit geldt ook voor de koppelwedstrijden en de teamwedstrijd.
Art. 1.12 Er wordt competitie gespeeld op de maandag, dinsdag, woensdag, donderdag of vrijdag, tenzij de twee (2) teams onderling een andere dag afspreken voor de door hen te spelen wedstrijd.
Art. 1.13 Elk team moet er naar streven om een zo hoog mogelijke plaats te behalen in de eindrangschikking van de competitie. Bij het niet naleven kan uitsluiting volgen.
Art. 1.14 Invallen voor een speler van een ander team is niet toegestaan.
Art. 1.15 De kampioenen van de divisies promoveren rechtstreeks naar de erboven gelegen divisie. Er zullen eveneens teams degraderen naar de direct eronder gelegen divisie, als er van daaruit teams promoveren (zie degradatie/promotie regeling).
Art. 1.16 Bij terugkeer naar 2 divisies wordt de indeling evenredig opgedeeld obv eind stand van het voorgaande seizoen.
Art. 1.17 De divisie leiders/sters zijn, in eerste instantie, verantwoordelijk voor het beantwoorden/oplossen van alle vragen en opmerkingen voor de desbetreffende divisie.
Art. 1.18 Het is niet toegestaan om met een walkman/muziek op de oren de wedstrijd te gooien.
Art. 1.19 Verandering van team door een speler tijdens het seizoen, is eenmaal toegestaan, maar alleen tot aan 1 januari van het speeljaar. Alleen binnen de eigen divisie.
Art. 1.20 Beide teams dienen een geprint exemplaar van het wedstrijd formulier in te vullen. Na het invullen nemen ze de gegevens van elkaar over. Beide formulieren moeten compleet worden ingevuld. Daarna zal er ondertekend moeten worden voor akkoord.
Art. 1.21. Het wedstrijdformulier dient online, volledig en juist te worden ingevuld door beide captains. Dit moet binnen 72 uur gebeuren. Bij het niet naleven van deze regel, zal de divisie leider/ster een straf in de vorm van 3 punten in mindering opleggen aan het in gebreke blijvende team.
Art. 1.22 Beide teams moeten zich houden aan het speelschema zoals is vermeld op het wedstrijdformulier (eerst de singles, dan de koppels en daarna de teamronde).
Art. 1.23 Het beginnen van de wedstrijd begint door te bullen. Diegene die de Bull wint, begint de wedstrijd. Bij het begin van de teamronde, wordt er weer opnieuw gebulled. Het bullen gebeurt door de spelers A en E.
Art. 1.24 Op en/of aanmerkingen en de wissels moeten op het wedstrijd formulier worden vermeld, of in een begeleidend schrijven wanneer de ruimte niet toereikend is. Deze melding zal ook online ingegeven moeten worden.
Art. 1.25 Een elektronisch scorebord is niet toegestaan. Er moet altijd met de hand geschreven worden.
Art. 1.26 Het niet spelen van een wedstrijd op de daarvoor vastgestelde plaats en datum is toegestaan, mits er 48 uur van te voren is afgezegd met een geldige reden. De afgezegde competitiewedstrijd (tot 1 december) dient binnen tien (10) weken gespeeld te zijn. Wedstrijden na 1 december kunnen tot uiterlijk voor de laatste 3 speelronden worden ingehaald met een maximum van 10 weken. Tijdens de laatste drie speelronden, mogen de wedstrijden alleen verzet worden binnen dezelfde speelweek. Tevens dient een competitiewedstrijd 48 uur van te voren door de verhinderde teamcaptain afgezegd te worden. Wanneer men verzuimd binnen 48 uur af te zeggen dan is de wedstrijd verloren met 6 – 0 en daarbij 3 punten in mindering. Bij herhaling volgt uitsluiting van deelname aan de D.C.A. dartcompetitie. Het is niet verplicht om aan het verzoek om te verzetten te voldoen. Er volgt dan een sanctie volgens punt 1.37.
Art. 1.27 Indien één van de beide teams al drie (3) wedstrijden heeft uitgesteld, kan er geen uitstel meer verleend worden. Tenzij er sprake is van “noodweer”. Dit zal echter aan het bestuur moeten worden voorgelegd en zij zal uitspraak doen.
Art. 1.28 Beide teams dienen er in onderling overleg zorg voor te dragen dat een uitgestelde wedstrijd binnen de daarvoor gestelde termijn wordt ingehaald.
Art. 1.29 Als verzette wedstrijden niet tijdig worden ingehaald worden deze op 0-0 gezet.
Art. 1.30 Indien een team wel maar te laat afzegt, volgt sanctie Art. 1.37.
Art. 1.31 Wanneer een team niet komt opdagen krijg het een straf van -9 punten. Het wel aanwezige team krijgt, aan het einde van het seizoen, het gemiddelde van het seizoen toegewezen echter afgerond naar boven.
Art. 1.32 De aanvang van de competitiewedstrijd of bekerwedstrijd is om 20.00 uur. In overleg, mag de tijd verschoven worden.
Art. 1.33 Elke speler dient zich op de speelavond te kunnen legitimeren. (ID kaart/Rijbewijs) Mag ook een duidelijke kopie zijn.
Art. 1.34 Een speler die niet aan Art. 1.33 kan voldoen moet als niet speelgerechtigde speler worden beschouwd. Opmerkingen hierover dienen op het wedstrijdformulier vermeld te worden en via teambeheer worden ingevoerd.
Art. 1.35 Bij het gooien van een koppel- of teamronde is elk team vrij de volgorde te bepalen waarin de spelers gooien. Deze volgorde moet dan wel in elke leg van de betreffende koppel of teamronde gehandhaafd worden.
Art. 1.36 Indien men een handtekening ter goedkeuring op het wedstrijd formulier heeft geplaatst, gaat men akkoord met de uitslag en met de opgegeven spelers.
Art. 1.37. Iedere teamcaptain dient een correct telefoonnummer/e-mailadres op te geven waar hij te bereiken is, voor het eventueel verzetten van de competitiewedstrijd. Wanneer niet bereikbaar 48 uur voor aanvang van de wedstrijd dan is deze wedstrijd verloren met 6 – 0 en 3 punten in mindering voor het in gebreke zijnde team. Aan het eind van het seizoen zal het andere team het gemiddelde naar boven afgerond toegewezen krijgen. Daarnaast is het verplicht een vice captain aan te wijzen.
Art. 1.38 Bij de derde sanctie/straf worden de behaalde resultaten uit de stand geschrapt.
Art. 1.39 De eerste helft van de competitie loopt tot en met 31 december van dat jaar. Na 31 december is het dus niet meer mogelijk te wisselen van team.
Art. 1.40 Nieuwe spelers kunnen tot 6 ronden voor het einde ingeschreven worden.
Art. 1.41 Rokersbeleid: Tijdens de wedstrijden is het verboden voor de spelers, schrijvers en/of scheidsrechters , te roken, op straffe van diskwalificatie. Volgens de wet mogen er in een rokersruimte geen andere activiteiten gedaan worden. Er mag gevraagd worden naar een rookvrije ruimte om te darten mocht daar echt behoefte aan zijn. Gezien de bekende speellocaties dient dit minimaal een week van te voren gemeld te worden aan de captain van de betreffende speellocatie.
Art. 2.1 Slechts goede dartborden mogen als wedstrijdbord gebruikt worden.Art. 2.2 Een dartbord gebruikt voor een wedstrijd, dient het 1 t/m 20 patroon te hebben.Art. 2.3 De bedrading van de segmenten, doubles e.d, dienen zodanig op het bord gemonteerd te zijn, dat zij op het bord liggen.Art. 2.4 Het dartbord dient zo bevestigd te zijn, dat het 20-segment (zwart gekleurd) exact aan de bovenkant zit.Art. 2.5 Het dartbord dient zo bevestigd te zijn dat het loodrecht hangt.Art. 2.6 Het dartbord mag tijdens het werpen van de darts niet bewegen. Tevens mag de bedrading van het bord niet hinderlijk reflecteren.Art. 2.7 Een dartbord dient verlicht te zijn door minimaal 2 spots van 60 Watt spiegelreflex of 2 spots van 20 Watt halogeen lampen. Deze spots moeten tussen de 0.50 meter en 1.00 meter van elkaar bevestigd zijn en zich tussen de 1.25 meter en 2.00 meter van het dartbord bevinden. Het gebruik van 1 bouwlamp in het midden schijnend op het dartbord is niet toegestaan. 2 bouwlampen mag wel, maar dient wel zodanig gemonteerd te zijn, dat het schaduweffect tot een minimum wordt teruggebracht.Art. 2.8 De verlichting dient zo te zijn bevestigd, dat het dartbord direct wordt verlicht en de lichtbron onzichtbaar is voor de werper. Tevens mag de verlichting op generlei wijze de spelers hinderen.Art. 2.9 Als een lichtbron, door welke oorzaak dan ook, dooft, valt of van hoogte verandert, mag indien de werper hiervan hinder ondervindt, zijn of haar hele worp ongeldig worden verklaard. De gehele worp moet dan opnieuw worden gegooid (drie darts).
Art. 2.10 Het dartbord dient zodanig bevestigd te zijn, dat het midden van de Bull op een hoogte van 1.73 meter boven de vloer zit. Indien er een hoogteverschil is van de vloer bij het bord t.o.v. de vloerhoogte bij de werplijn, dan moet dit verschil in de hiervoor genoemde hoogte verrekend worden.
Art. 2.11 Een balkje (okkey) dient minimaal 60 cm lang en minimaal 3 cm hoog te zijn. Deze okkey dient stevig op de vloer bevestigd te zijn.
Art. 2.12 De okkey moet zo bevestigd zijn, dat de afstand vanaf de achterzijde van de okkey (gezien vanaf het bord) tot aan het punt loodrecht onder de Bull op de vloer 2.37 meter bedraagt.
Art. 2.13 De diagonale afstand, gemeten vanaf het midden van de Bull tot aan de achterzijde van de okkey bedraagt 2.93 meter.
Art. 2.14 De afstand tussen twee banen moet zodanig zijn dat schrijver en/of speler niet gehinderd worden door andere spelers (bezoekers). Het scorebord dient vast naast het dartbord geplaatst te zijn.
Art. 2.15 Een dartbaan dient minimaal 1.50 meter breed te zijn, te weten 0.75 meter aan weerszijde van het hart van de dartbord.
Art. 2.16 Indien de vloer in de directe omgeving van het dartbord in een zodanige staat is dat zij geen bescherming biedt voor en tegen vallende of wegspringende darts, dan moet deze met een dartmat of ander materiaal met hetzelfde effect, worden bedekt.
Art. 2.17 De spelers dienen te beschikken over een vrije ruimte van minimaal 1.50 meter achter de okkey en ook zo breed als de dartbaan.
Art. 3.1 De buitenste smalle rand scoort twee maal het aantal punten van dat segment en is een double. De ring halverwege scoort drie maal de segmentwaarde en is een tripple.
Art. 3.2 De buitenste ring van de bull scoort 25 punten. De binnenste ring van de bull (bulls eye) scoort 50 punten en is ook een double.
Art. 3.3 Een dart scoort alleen als de punt in het bord blijft zitten en/of vast tegen het bord aanzit en dat de schrijver een ‘call’ heeft gegeven voordat de speler zijn of haar darts uit het bord heeft gehaald. Heeft de schrijver de score gezegd of geschreven en de dart valt alsnog uit het bord, dan wordt deze score gewoon meegeteld.
Art. 3.4 Een protest betreffende het aantal gescoorde punten hoeft, nadat de speler zijn of haar darts uit het bord heeft gehaald, niet gehonoreerd te worden.
Art. 3.5 De score moet duidelijk door de schrijver op het scorebord vermeldt worden, ongeveer op hoofdhoogte van de speler.
Art. 3.6 Alle scores en berekeningen dienen door de schrijver en de speler gecontroleerd te worden. Staan de scores en het daarbij behorende puntenaantal op het bord en heeft de desbetreffende speler zijn eerste dart van de daaropvolgende beurt geworpen dan zijn protesten t.a.v. de vorige scores niet meer mogelijk.
Art. 3.7 Alle vragen betreffende de score en de stand dienen gesteld te worden voordat dezelfde speler zijn of haar volgende beurt werpt. Deze dienen tot de schrijver gericht te worden.
Art. 3.8 De schrijver mag geen indicatie geven over de te gooien double. Uitsluitend op verzoek van de speler mag de schrijver melding maken van: A) het totaal nog te werpen aantal punten, B) het aantal geworpen punten per dart of nog niet volledig geworpen beurt. De schrijver geeft een call als de gewenste doubble is geworpen.
Art. 4.1 Op de bekerronde zijn alle bepalingen en toepassingen van kracht van dit wedstrijdreglement, met uitzondering van de volgende artikelen: Art. 1.14 t/m Art. 1.18.
Art. 4.2 Invallen door een speler is alleen toegestaan door een speler van datzelfde team.
Art. 4.3 Is er toch een speler van een ander team gebruikt, dan zal het wedstrijdsecretariaat de wedstrijd 0 – 0 verklaren en worden beide teams uit de bekerronde gehaald.
Art. 4.4 De bekerronden worden per keer op een andere locatie gespeeld. Circa 1 maand van te voren wordt kenbaar gemaakt waar.
Art. 5.1 Waarin dit reglement wordt gesproken over personen is taalkundig de mannelijke vorm aangehouden. Echter; op die plaats kan ook de vrouwelijke vorm gelezen worden.
Art. 5.2 In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het bestuur. Daarnaast mag het bestuur, eenzijdig, punten doorvoeren mits in het belang van de organisatie.
Art. 5.3 Protesten dienen ten altijd schriftelijk ingediend te worden bij de secretaris van de D.C.A. Telefonische protesten worden niet meer aangenomen. De protesten worden vertrouwelijk behandeld en zo snel mogelijk schriftelijk beantwoord.
7.1 Met ingang van de competitie 2013-2014 wordt de hele competitieadministratie voor zowel competitie- als bekerwedstrijden digitaal georganiseerd.
Hiertoe krijgt elke team voor aanvang van de competitie een inlognaam, wachtwoord en pincode. Hiermee dient men zorgvuldig om te gaan.
7.2. Tijdens de wedstrijden zullen beide teams een formulier moeten invullen. Na het invullen van de namen kunnen de namen van het andere formulier overgenomen worden. De uitslagen moeten dan ook op beide formulieren worden bijgehouden en na de wedstrijd voor akkoord worden ondertekend. Deze formulieren worden voor de competitie start uitgereikt moeten tot aan het einde van de competitie worden bewaard. Ze dienen als bewijs als er geschillen optreden.